Onzichtbare populatie?

Het is onmogelijk om exact te zeggen hoeveel personen in onze maatschappij transgender of genderdivers zijn. Niet alleen omdat de groep zo divers is, en niet altijd duidelijk is wie geteld zou moeten worden, maar ook omdat niet alle transgender en genderdiverse personen sociale, medische en/of juridische stappen zetten waardoor ze geregistreerd/zichtbaar worden. Zij vormen in die zin dan ook een ‘verborgen’ groep in onze maatschappij.

Je kan dit het beste vergelijken met het beeld van een ijsberg: de top steekt boven water uit en is zichtbaar (en in zekere zin meetbaar), maar de grote massa blijft verborgen.

Topje van de ijsberg: juridische cijfers

Trans personen die een juridische aanpassing van hun geslachtsregistratie aanvroegen, en dus zichtbaar zijn in statistieken, zijn het ‘topje van de ijsberg’.

Wanneer iemand de geslachtsregistratie laat aanpassen, wordt dit geregistreerd door het Belgisch Rijksregister (aangezien het rijksregisternummer aangeeft of iemand als man of vrouw is geregistreerdExterne link PDF , betekent een verandering in geslachtsregistratie dat men een nieuw rijksregisternummer ontvangt). Het nieuwe rijksregisternummer blijft wel gekoppeld aan het oude, omdat de juridische wijziging het ‘ex nunc’ principe hanteert: de verandering geldt niet met terugwerkende kracht, maar vanaf datum van inschrijving in de geboorteakte. Op deze manier kan er jaarlijks een overzicht worden gemaakt van het aantal juridische geslachtswijzigingen. Deze cijfers gaan dus over een subgroep die officieel een aanvraag indienden voor aanpassing van het geregistreerd geslacht in de geboorteakte.

Tot aan de "Wet van 25 juni 2017 tot hervorming van regelingen inzake transgenders wat de vermelding van een aanpassing van de registratie van het geslacht in de akten van de burgerlijke stand en de gevolgen hiervan betreft”Externe link PDF , betekende dit dat de aanvrager vergaande medische aanpassingen (sterilisatie eis) moest hebben ondergaan, om in aanmerking te komen voor een aanpassing van de registratie van het geslacht. Vanaf 2018 is dat niet meer het geval. Het is dan ook niet verwonderlijk dat we vanaf dat jaar een grote stijging in de cijfers zien1 .

Het IGVMExterne link publiceert jaarlijks een overzicht van het aantal officiële geslachtswijzigingenExterne link . Uit de laatste publicatie blijkt dat tussen 1 januari 1993 en 31 december 2022, 3.829 Belgen een hun geslachtsregistratie hebben aangepast. Hiervan Hebben 56% met een mannelijk toegewezen geboortegeslacht (n=2.131) hun geslachtsregistratie aangepast naar vrouwelijk en 44% met een vrouwelijk toegewezen geboortegeslacht (n=1.689) hun geslachtsregistratie aangepast naar mannelijk. Alle details voor het verschil naar toegewezen geboortegeslacht, leeftijd, burgerlijke staat en regio is terug te vinden in de publicatie van het IGVM (2022)Externe link PDF .

De ijsberg zelf: genderbeleving in de algemene bevolking

De ijsberg die voor een groot stuk onder water ligt, is volgens internationaal onderzoek veel groter dan wat er officieel in het Rijksregister zichtbaar wordt.

Een recente systematische review screende kwaliteitsvolle studies die een degelijke methodologie gebruikten bij het beoordelen van het aandeel transgender en genderdiverse personen in de bevolking. De gevonden onderzoeken konden worden ingedeeld in twee brede categorieën: studies die data uit grote gezondheidsdatabases gebruikten; en studies die transgender en genderdiverse individuen identificeerden in bevolkingsonderzoeken. De auteurs stelden vast dat het exacte aandeel kan verschillen, afhankelijk van inclusiecriteria, leeftijd en geografische locatie, maar dat goed uitgevoerde onderzoeken met vergelijkbare design en opzet de neiging hebben om vergelijkbare resultaten te produceren2 .

Data uit gezondheidsdatabases:

In studies met data uit grote gezondheidsdatabases werden transgender en genderdiverse personen geïdentificeerd met behulp van relevante diagnostische codes of klinische notities. De proporties van personen met een relevante diagnose of ander geregistreerd bewijs varieerde tussen 17 en 33 per 100.000 ingeschrevenen.

Data uit bevolkingsonderzoeken

In bevolkingsonderzoek werden transgender en genderdiverse personen gemeten op basis van zelfrapportage met ofwel een enge (binaire) ofwel een brede definitie. De op enquêtes gebaseerde schattingen zijn veel groter én consistent tussen studies die vergelijkbare definities gebruiken:

  • Wanneer in de enquêtes specifiek werd gevraagd naar een ‘transgender’ identiteit, varieerden de schattingen van 0,3% tot 0,5% bij volwassenen, en van 1,2% tot 2,7% bij kinderen en adolescenten.
  • Als de definitie werd uitgebreid tot ook bredere manifestaties van ‘genderdiversiteit’, gingen de bijbehorende verhoudingen omhoog van 0,5% tot 4,5% bij volwassenen en van 2,5% tot 8,4% bij kinderen en adolescenten.

Ook in Vlaams onderzoek waarbij de genderidentiteit van de algemene bevolking, en dus niet alleen trans personen, werd bevraagd, komen gelijkaardige bevindingen naar boven3 .

Ook stelden de auteurs vast dat de stijgende trend in de cijfers, overheen alle studies consistent was. Dat weerspiegelt zich tevens ook in cijfers afkomstig van gendercentra, waar een toenemende instroom van hulpvragers wordt vastgesteld.

Verhouding trans mannen, trans vrouwen en non-binaire personen?

De twee grootste steekproeven bij trans respondenten wereldwijd, geven aan dat ongeveer één op drie van alle trans personen zichzelf omschrijft als non-binair (gaande van 33% in de US (N = 6456)4 en 36% in de EU (N = 6579)5 .

Ook in recent Belgisch onderzoek lag de verhouding op één vijfde non-binaire personen: 47,9% trans vrouw, 26,4% trans man, 21,9% genderqueer / non-binair / polygender / genderfluïde, en 3,7% travestie6 .

Wat is het aandeel jongeren in deze cijfers?

De trend naar een groter aandeel in jongere leeftijdsgroepen alsook de leeftijdsgebonden verschillen in toegewezen geboortegeslachten vertegenwoordigen waarschijnlijk een “cohorteffect”,  ook wel “generatie-effect” genoemd, die wordt gedefinieerd als de variatie in de populatieparameter volgens het geboortejaar, dewelke vaak samenvalt met verschuivingen in de populatiekenmerken na verloop van tijd. De specifieke verschuivingen die dit fenomeen kunnen verklaren, moeten nog verder onderzocht, maar het is mogelijk dat het waargenomen cohorteffect (namelijk meer jongeren, meer non-binaire personen in de groep met vrouwelijk toegewezen geboortegeslacht) een weerspiegeling vormt van sociaal-politieke en medische vooruitgang, betere toegang tot medische zorg, minder uitgesproken cultureel stigma en andere veranderingen in sociale normen met een verschillende impact over generaties7 .

Kortom: de groep trans personen is véél groter dan zij die hun lichaam willen laten aanpassen en/of juridisch hun naam of de geslachtsregistratie laten veranderen. Trans personen verengen tot wat zij wel/niet doen met hun lichaam, of tot hun wens naar juridische registratie, is dus een te enge invulling van deze groep.

Laatst nagekeken op: .