Wat is non-binair?
Non-binaire identiteiten zijn genderidentiteiten die niet (enkel of helemaal) man of vrouw zijn en dus buiten de binaire gendercategorieën vallen1. Een non-binair persoon is dus iemand die zich niet thuis voelt in de binaire gendercategorieën man of vrouw en zich beter voelt bij een andere, niet-binaire, genderidentiteit.
We gebruiken non-binair hier als een paraplubegrip voor een verzameling aan genderidentiteiten die niet (enkel of helemaal) man of vrouw zijn. Er zijn verschillende termen voor genderidentiteiten die zich buiten het binair gendermodel stellen: genderqueer, gender non-conform, agender, genderfluïde, bigender,… Deze genderidentiteiten hebben met mekaar gemeen dat ze zich buiten de binaire gendernorm bevinden, maar ze verschillen onderling van mekaar. Sommige non-binaire personen identificeren zich ook als transgender, anderen niet.
Zoals je op onderstaande afbeelding kan zien, staat ‘transgender’ als paraplubegrip boven personen wiens genderidentiteit niet overeenstemt met het geslacht dat hen werd toegewezen bij geboorte.
Personen met binaire genderidentiteiten vallen hieronder: trans mannen en trans vrouwen. Daarnaast valt ook de non-binaire paraplu hieronder, wat alle genderidentiteiten die niet (louter of helemaal) man of vrouw zijn en/of buiten het binaire kader vallen, bevat. Deze paraplu staat deels onder de transgender paraplu, omdat niet alle non-binaire personen zich als trans identificeren.
Onder de non-binaire paraplu staat een diversiteit aan genderidentiteiten, waarvan we er de meest gekende hebben opgelijst. Het is mogelijk om je met meerdere genderidentiteiten te identificeren, en bijvoorbeeld zowel trans, non-binair, pangender en genderfluïde te zijn.
Vaak wordt non-binariteit voorgesteld als een continuum van man/mannelijk naar vrouw/vrouwelijk, waar non-binariteit dan het spectrum daar tussenin weerspiegelt. Echter is dit slechts een klein onderdeel van wat non-binariteit kan zijn. Er zijn een heleboel genderidentiteiten die niet tussen man en vrouw in staan, maar buiten deze binariteit staan.
Hoe vaak komt non-binariteit voor?
Uit Europees onderzoek2 weten we dat 23% van de trans personen zich identificeert als non-binair, 9% als genderqueer, 11% als genderfluïde, 7% als agender en 1% als polygender. Ongeveer 22% van de Belgische trans personen identificeert zich als non-binair of genderqueer3, dit komt neer op zo’n 1,9-2,2% van de Vlaamse bevolking4. Het is echter moeilijk om hierover accurate cijfers te geven.
Het aantal non-binaire personen neemt ook toe. Sinds de toenemende aandacht voor deze positie op het genderspectrum, kunnen velen die vroeger het gevoel hadden te moeten kiezen tussen of man of vrouw zijn, zich nu beter thuis voelen in deze categorie. Iemand die vroeger werd aanzien als iemand die aan travestie doet, maar het verlangen had naar een gedeeltelijke transitie kwam vroeger niet in aanmerking voor medische behandeling. Wie de knoop dan toch maar in de richting van medische behandeling doorhakte, moest er dan voor kiezen om alle aspecten van medische transitie door te voeren, ook al wou deze persoon slechts enkele vormen van transitie doorgaan. Hierdoor zijn een aantal non-binaire personen vroeger ten onrechte als (binair) trans man of trans vrouw bestempeld.
Genderexpressie
Iemand die non-binair is, kan dit uiten in de genderexpressie, door mannelijke en vrouwelijke kenmerken te combineren of net te verwerpen. Echter zijn genderidentiteit en genderexpressie niet per definitie met elkaar verbonden en is dit niet altijd het geval. Je kan iemands genderidentiteit met andere woorden niet altijd aflezen van hun genderexpressie. Een non-binair persoon kan zich ook typisch mannelijk of typisch vrouwelijk kleden en gedragen. Hoe mannelijk/vrouwelijk/androgyn die zich kleedt of gedraagt, kan ook afhangen van dag tot dag. Om jezelf goed te voelen bij hoe je eruit ziet, is het voor non-binaire personen ook mogelijk om hulpstukken te gebruiken zoals binders, corrigerend ondergoed of protheses.
Genderdysforie
Ook al wordt genderdysforie soms geassocieerd met trans mannen en trans vrouwen, is het voor non-binaire personen ook mogelijk om een lijdensdruk te ervaren. Genderdysforie wordt gedefinieerd als het psychologisch leed dat ontstaat door het conflict tussen iemands genderidentiteit en geslacht toegewezen bij geboorte5. Dit kan gaan over lichaamsdysforie, doordat je lichaam er niet uitziet volgens hoe je je voelt6 of sociale dysforie, doordat je wordt behandeld als een ander gender7, en dus misgenderd.
Genderdysforie ontstaat vaak in de kindertijd, maar kan ook tijdens of na de puberteit en later in het leven, of zelfs helemaal nooit ontstaan bij trans personen. Genderdysforie en genderincongruentie zijn ook diagnoses die gebruikt worden binnen de transgenderzorg. Meer informatie kan je ook op de pagina genderdysforie terugvinden.
genderdysforie of transitie is geen noodzaak
Er zijn zeker heel wat transitie opties voor non-binaire personen. Echter is een transitie of transgenderzorg is niet noodzakelijk om je als trans of non-binair te identificeren. Het is ook mogelijk om geen genderdysforie te ervaren en tevreden te zijn met je lichaam zoals het is. Dit is net het mooie aan non-binariteit: iedereen kan zichzelf definiëren zoals die zich het beste voelt, en dit vertaalt zich ook in de zorg.
Ervaringen van non-binaire personen worden niet altijd gereflecteerd in het traditionele beeld over trans personen (zware lichaamsdysforie, interesse in activiteiten typisch voor het andere gender, het van jongs af aan bewust zijn van je identiteit, stabiele gevoelens over je identiteit,...). Hierdoor stelt onderzoek dat vooral non-binaire personen daarom meer druk ervaren om over hun ervaringen te praten in lijn met het traditionele trans beeld, om hun identiteit te bevestigen naar zichzelf en naar de buitenwereld toe, terwijl dit niet altijd is wat ze voelen8.
Sommige non-binaire personen kunnen ermee kampen zich niet "trans genoeg" te voelen. Zeker wanneer een non-binair persoon zorg zoekt, kan die angst hebben om niet als trans genoeg aanzien te worden, en krijgt men soms het gevoel dat er geen plaats is voor fluïditeit of twijfel. Ook toont dit zelfde onderzoek aan dat non-binaire personen vaak het gevoel krijgen dat ze het recht niet hebben om het label trans te gebruiken omdat hun ervaringen niet overeenkomen met het stereotype beeld van een trans persoon en dat ze vaker het gevoel krijgen dat ze zichzelf moeten bewijzen als trans persoon en hierdoor minder durven toegeven dat ze ooit getwijfeld hebben aan hun identiteit. Echter moeten we ons ervan bewust zijn dat er niet één manier om non-binair te zijn of er non-binair uit te zien. De ene persoon laat veel ingrepen doen, de andere weinig of geen. Dit zijn allemaal geldige of valabele manieren om non-binair te zijn.
Genderinclusieve taal
Als iemand non-binair is, verkiest die vaak (maar niet altijd) ook om neutrale aanspreektitels en termen te gebruiken om naar zich te verwijzen. Zo verkiezen veel non-binaire personen om de voornaamwoorden die/hen/hun, hen/hen/hun of die/die/diens te gebruiken. Echter is het evengoed mogelijk dat een non-binair persoon zij/haar/haar of hij/hem/zijn gebruikt, of een combinatie van deze. Ook volledig nieuwe voornaamwoorden zijn mogelijk. Je kan dus niet zomaar afleiden uit hoe een persoon eruit ziet, of hoe die zich identificeert, welke voornaamwoorden goed voelen voor deze persoon. Het beste is om dit even te vragen, of jezelf voor te stellen met je eigen voornaamwoorden.
Wanneer je verwijst naar een persoon met de verkeerde voornaamwoorden, dan misgender je die persoon, wat kwetsend en genant kan zijn. Als je toch een fout maakt, verbeter je jezelf kort en ga je weer verder. Op die manier toon je dat je moeite doet om de juiste termen te gebruiken. Meer informatie over voornaamwoorden en genderinclusieve taal kan je op de pagina over taal en beleid meer lezen. Belangrijk is wel om non-binaire personen niet zomaar te reduceren tot voornaamwoorden, non-binair zijn is een identiteit die veel meer omvat.
Meer info
- Handreiking: 10 vragen over non-binaire personen (Movisie)PDF
- Wat betekent non-binair? Inke Gieghase legt uitExterne link
- Trans zijn met weinig dysforie?Externe link
- Breaking the binary (Thorn de Vries)Externe link
- Living as a non-binary in a binary worldExterne link
- Break free (Ruby Rose)Externe link
- Non-binair: Jurre's date met SkyExterne link
- Iedereen is anders (Nanoah)Externe link
- Ik voel me geen jongen of meisje - van comment naar gesprek over non-binairExterne link
- Genderqueer personen over het verband tussen autisme en genderidentiteitExterne link
- Zij zijn als jong queer/non-binair ouderpaar erg gelukkig, en: "Het is nodig dat te vertellen"Externe link
- Podcast: de genderkwiebusExterne link
Bronnen
- 1Richards, C., Bouman, W. P., Seal, L., Barker, M. J., Nieder, T. O., & T’Sjoen, G. (2016). Non-binary or genderqueer genders. International Review of Psychiatry, 28(1), 95-102.
- 2European Union Agency for Fundamental Rights. (2020). EU-LGBTI II: A long way to go for LGBTI equality. Luxembourg: Publications Office of the European Union.
- 3Motmans, J., Wyverkens, E., & Defreyne, J. (2018). Being transgender in Belgium. Ten years later. (PDF) Brussel: Institute for the equality of women and men.
- 4Van Caenegem, E., Wierckx, K., Elaut, E., Buysse, A., Dewaele, A., Van Nieuwerburgh, F., De Cuypere, G., & T’Sjoen, G. (2015). Prevalence of Gender Nonconformity in Flanders, Belgium. Archives of Sexual Behavior, 44, 1281-1287.
- 5American Psychiatric Association. (z.d.). What is gender dysphoria? American Psychiatric Association. https://www.psychiatry.org/patients-families/gender-dysphoria/what-is-gender-dysphoria
- 6Pulice-Farrow, L., Cusack, C. E., & Galupo, M. P. (2020). “Certain parts of my body don’t belong to me”: Trans individuals’ descriptions of body-specific gender dysphoria. Sexuality Research and Social Policy, 17, 654-667.
- 7Galupo, M. P., Pulice-Farrow, L., & Lindley, L. (2020). “Every time I get gendered male, I feel a pain in my chest”: Understanding the social context for gender dysphoria. Stigma and Health, 5(2), 199-208.
- 8Garrison, S. (2018). On the limits of “trans enough”: Authenticating trans identity narratives. Gender & Society, 32(5), 613-637.
Is deze pagina duidelijk?
Laatst nagekeken op: .